Algemeen : 24 Maart 2004 Akkoord over Reprorecht
Stichting Reprorecht, VNO-NCW en MKB Nederland hebben een akkoord bereikt over de reprorechtregeling die sinds 1 februari 2003 voor het bedrijfsleven geldt. Na bemiddeling van de Minister van Justitie is overeenstemming bereikt over de vergoedingen voor het fotokopiëren van auteursrechtelijk beschermd materiaal.
Uitgangspunt voor de introductieregeling is een vast bedrag gebaseerd op de grootte en sector van het bedrijf. Dit leidt tot een eenvoudige regeling voor de jaren 2003, 2004 en 2005.
De afspraak is als volgt:
- Bedrijven zonder kopieerapparaat betalen niets.
- Bedrijven met minder dan 20 werknemers betalen jaarlijks ruim 15 euro.
- Bedrijven met een meer dan 20 werknemers betalen, in een systeem van 5 grootteklassen, 100 tot 2900 euro.
- Bedrijven met een hoog kopieergedrag in deze grootteklassen betalen 150 tot 4350 euro.
Ondernemingen die vinden dat de vergoeding op basis van deze regeling niet in redelijke verhouding staat tot hun feitelijk kopieergedrag kunnen een individuele regeling met de Stichting Reprorecht treffen. Deze wordt gebaseerd op het kopieervolume en het percentage reprorechtplichtige kopieën, tegen het wettelijke tarief van 4,5 cent per reproplichtige kopie. Stichting Reprorecht mag hierbij, behoudens tegenbewijs, uitgaan van beschikbare onderzoekgegevens.
Incasso voor de jaren 2003 en 2004 door Stichting Reprorecht geschiedt via een gecombineerde factuur. Reeds aan de Stichting Reprorecht gedane betalingen worden daarmee verrekend.
Stichting Reprorecht, VNO-NCW en MKB Nederland vertrouwen erop dat deze benadering een wezenlijke bijdrage levert aan een brede acceptatie van het reprorechtstelsel in het bedrijfsleven. De introductieregeling geldt voor de jaren 2003, 2004 en 2005. Als uit tussentijdse evaluatie blijkt dat het stelsel naar tevredenheid functioneert, kan de regeling worden verlengd. (Bron: KvK)