Technologie & Milieu : 12 April 2002 Veehouder haalt straks elektriciteit uit koemest
Een proefboerderij bij Leeuwarden krijgt medio april op haar terrein een testinstallatie met een brandstofcel. ECN gaat onderzoeken of de boerderij hiermee warmte en groene stroom kan opwekken uit mestgas.
Veehouders krijgen steeds meer belangstelling om mest op hun eigen boerderij te gaan vergisten. Bij mestvergisting worden organische stoffen uit mest gecontroleerd afgebroken in een gesloten biogasreactor. Het mestgas dat hierbij ontstaat wordt opgevangen, waarna een warmtekrachtkoppelinginstallatie (wkk) het omzet in warmte en elektriciteit. De opgewekte stroom en warmte kan het bedrijf vervolgens zelf gebruiken, waardoor het aanzienlijk bespaart op stroom uit het net. Momenteel worden gasmotoren gebruikt om het mestgas om te zetten. Dit leidt echter tot de vorming van schadelijke stikstofoxiden (NOx). Bovendien maken gasmotoren veel lawaai. Brandstofcellen werken efficiënter dan gasmotoren, stoten nauwelijks stikstofoxiden uit en opereren geluidsarm. Hierdoor vormt een wkk op brandstofcellen een aantrekkelijk alternatief voor boerderijen om het mestgas te benutten.
Haalbaarheid
ECN heeft vorig jaar een studie uitgevoerd naar de koppeling van een
vaste oxide brandstofcel (SOFC) aan een mestvergistingsinstallatie.
Uit het rapport blijkt dat wkk-installaties met brandstofcellen voor
de productie van elektriciteit en warmte uit mestgas zowel economisch
als technisch haalbaar zijn. “Bij gunstige prijsontwikkelingen in de
komende tien jaar kunnen ze stroom gaan produceren die kan concurreren
met elektriciteit uit het net,” voorspelt ECN-onderzoeker Gerrit Jan
Ruijg. “Ook technisch gezien is het SOFC-systeem haalbaar. Het enige
nadeel vormt de intensievere ontzwaveling van het mestgas voor de brandstofcellen.
Het ammoniak in het mestgas levert problemen op bij de standaardmethode
om zwavel te verwijderen. Om dit op te lossen, moeten alternatieve ontzwavelingsmethoden
nog worden onderzocht.
Proefboerderij
Praktijkonderzoek Veehouderij uit Lelystad doet onderzoek naar mestvergisting.
Dit gebeurt op proefboerderij Nij Bosma Zathe aan de Boksumerdyk in
Goutum, vlak onder Leeuwarden. Deze boerderij beschikt over een mestgasinstallatie
met een vergistertank van 80 kuub waarmee jaarlijkse ruim 1000 kuub
mest kan worden vergist. Het onderzoek naar de mestvergisting is onder
meer gericht op de technische werking, het rendement, de kosten, het
effect van het toevoegen van groenafval en de bemestingswaarde. Begin
jaren tachtig is mestvergisting al eens onderzocht, maar dit heeft destijds
geen grote opgang gemaakt vanwege technische problemen met de installatie
en een te lage terugleverprijs voor stroom. Op dit moment zit mestvergisting
bijna in het stadium van (her)introductie in de praktijk. ECN levert
daaraan een bijdrage met het onderzoek naar een brandstofcelgedreven
wkk.
ECN-onderzoekers Bert Rietveld en Jan Pieter Ouweltjes zijn nauw betrokken bij het testen van het brandstofcelsysteem. “We hebben twee soorten SOFC-cellen in het laboratorium getest op namaak-mestgas. Deze brandstofcellen zullen we ook op Nij Bosma Zathe gaan testen,” vertelt Rietveld. “De testinstallatie zal half april worden geplaatst bij de proefboerderij en zal daar zo’n zes maanden blijven staan. Het systeem koppelen we aan de vergistingsinstallatie, waaruit mestgas wordt afgetapt en naar de brandstofcel wordt gevoerd. De brandstofcel zet het mestgas met behulp van water om in warmte en elektriciteit. Het systeem is nu nog te klein om de opgewekte elektriciteit en warmte te gebruiken voor de boerderij. Als de praktijktest gunstig uitvalt kunnen we het systeem uitbreiden met meerdere brandstofcellen voor een grotere capaciteit.”
(BRON: ECN Nieuwsbrief)
Meer informatie:
Bert Rietveld
ECN Schoon Fossiel
0224 – 56 4452
g.rietveld@ecn.nl
En op de site van ECN