Technologie & Milieu : 10 April 2002 Software brengt economie van windenergie op zee in kaart
ECN heeft software ontwikkeld die kosten en opbrengst van offshore windenergie in kaart brengt. Dit biedt energiebedrijven meer zekerheid bij het investeren in windmolenparken op de Noordzee.
ECN heeft onlangs een nieuw computerprogramma ontwikkeld, dat de kosten en opbrengst van windenergie op de Noordzee berekent. Het programma heet ‘OWECOP’, dat een afkorting is van ‘Offshore Wind Energy – Cost and Potential’. Hiermee kunnen energiebedrijven strategische keuzes maken voor de bouw van windmolenparken op zee. Hierdoor kan het programma bijdragen aan een verantwoorde uitwerking van de ambitieuze plannen voor offshore windenergie van Nederland.
Noordzee
Onderzoekers van ECN hebben het programma toegepast op het Nederlandse
deel van de Noordzee, de ‘Exclusieve Economische Zone’. Hierbij hebben
ze rekening gehouden met de uitsluitingsgebieden zoals scheepvaartroutes,
militaire oefenterreinen en beschermde natuurgebieden. Uit de berekening
bleek dat het haalbaar is om met windmolens op de Noordzee een hoeveelheid
stroom op te wekken die één tot twee maal de landelijke elektriciteitsbehoefte
dekt. Dit betekent dat windenergie op de Noordzee in de toekomst aanzienlijk
kan bijdragen aan de productie van groene stroom. Bovendien kan Nederland
de overtollige elektriciteit uit windenergie exporteren naar het buitenland.
De resultaten komen overeen met de eerdere studies die naar offshore
windmolenparken zijn uitgevoerd.
“Dat er op de Noordzee een enorm potentieel is aan windenergie is op zich niets nieuws. Bijzonder aan het programma is dat het voor elke vierkante kilometer op zee snel en overzichtelijk een kostenanalyse kan uitvoeren en de opbrengst uit windenergie kan bepalen,” vertelt Manuel de Noord van ECN. Samen met zijn collega Henk-Jan Kooijman en andere ECN-onderzoekers heeft hij gewerkt aan de ontwikkeling van de software. “OWECOP is eigenlijk een combinatie van een rekenmodel en een geografisch informatiesysteem. Het model haalt geografische informatie uit een database met gegevens zoals windsnelheden, waterdieptes en golfhoogtes. Uitgaande van deze gegevens berekent het model de benodigde investeringen voor materiaal, voorbereiding en management, onderhoud van de windmolens en de netto energieopbrengst. De gebruiker kan onder meer zijn eigen windmolen en windmolenpark definiëren en economische parameters invoeren.”
Zekerheid
Het programma lijkt te voldoen aan de wens van energiebedrijven en investeerders
om meer zekerheid te krijgen over de mogelijkheden en kosten van windenergie
op zee. Samen met landen als Denemarken, Duitsland en Groot-Brittannië
staat Nederland aan het begin van een sterke groei van offshore windenergie.
Een reële voorspelling van samenstelling van de kosten en de ontwikkeling
van energieprijzen is essentieel bij het maken van verantwoorde beslissingen.
OWECOP voorziet in de behoefte om diverse analyses uit te
voeren voor de bouw van een windmolenpark op zee. Zo kan de kostprijs
worden bekeken in relatie tot de locatie op zee, het type
windturbine, en het aantal en de plaatsing van de turbines in het park.
Ook kan het programma het transport en de installatie bij de bouw van
het park meenemen in de berekening van de kosten.
De onderzoekers van ECN zijn zeer te spreken over het programma. De Noord: “Met het programma is het mogelijk om in te spelen op de snelle ontwikkelingen in de windtechnologie. Ook kan worden gekeken naar de ontwikkeling van Nederlandse offshore windenergie binnen de Europese elektriciteitsmarkt in samenhang met financiële beleidsmaatregelen.” Kooijman vervolgt enthousiast: “De afgelopen twee jaar hebben we met eigen middelen gewerkt aan het ‘slimmer’ maken van het model. We zijn nu zover dat het programma goede en evenwichtige berekeningen kan uitvoeren, ook voor afzonderlijke windmolenparken.”
Meer informatie:
Manuel de Noord
ECN Beleidsstudies
denoord@ecn.nl
0224 – 56 4420
Henk-Jan Kooijman
ECN Windenergie
kooijman@ecn.nl
0224- 56 4337
Meer informatie is natuurlijk ook op de ECN website te vinden.
(Bron: ECN Nieuwbrief)