Technologie & Milieu : 04 Maart 2002 Verplicht bodemonderzoek bedrijven
Drie bedrijven moeten van de provincie Noord-Holland op hun terrein bodemonderzoek uitvoeren. Deze bedrijven hebben tot op dit moment geweigerd om op ‘vrijwillige’ basis een onderzoek uit te voeren.
De provincie schrijft de bedrijven, "Kees Broersen Zaden BV" uit Tuitjenhoorn, "Rens Uythof" uit Hippolytushoef en "Metz BV" uit Alkmaar aan dat zij op grond van het besluit ‘Verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen’ bodemonderzoek uit moeten voeren. Bij weigering wordt een dwangsom verbeurd. Tevens is dit een overtreding in het kader van de Wet op de economische delicten. Dit jaar worden nog meer bedrijven binnen de provincie Noord-Holland verplicht tot het uitvoeren van een bodemonderzoek.
Sinds 1 november 1993 geldt het Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen (Verbond). Het besluit Verbond is geschreven om te bevorderen dat nog in gebruik zijnde bedrijfsterreinen worden onderzocht op bodemverontreiniging. De provincie kan als bevoegd gezag in het kader van de Wet Bodembescherming op grond van dit besluit een bedrijf verplichten tot het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek.
Het besluit is geschreven ter ondersteuning van de vrijwillige BSB-operatie. (BSB= Bodemsanering bedrijfsterreinen). De BSB Stichting die opgericht is door het bedrijfsleven, begeleidt bedrijven bij het vrijwillig uitvoeren van bodemonderzoek. Het bedrijf sluit hiervoor een overeenkomst met de Stichting BSB. Bedrijven die deelnemen kunnen uitstel krijgen voor het nader bodemonderzoek en eventuele sanering. Tijdens de totstandkoming van de wijziging van de Wet bodembescherming is in de Tweede Kamer namelijk afgesproken dat, indien bedrijven een overeenkomst sluiten met de BSB Stichting en de verplichting die hieruit voortvloeit nakomen, het bevoegd gezag het bedrijf niet zal dwingen tot onderzoek of sanering en de uitsteltermijnen respecteert.
Als bedrijven niet willen deelnemen aan de BSB-operatie heeft het bevoegd gezag een stok achter de deur. Op grond van het besluit Verbond kan het bevoegd gezag een bedrijf verplichten om een verkennend onderzoek uit te voeren en de resultaten hiervan binnen zes maanden in te dienen.
Als uit het verkennend bodemonderzoek blijkt dat er sprake is van een bodemverontreiniging, biedt de Wet bodembescherming de mogelijkheid om de eigenaar te verplichten tot het uitvoeren van een nader bodemonderzoek. Op basis van dit onderzoek wordt beslist of bodemsanering noodzakelijk is.
De drie bedrijven zijn eerst door de Stichting BSB benaderd voor een bodemonderzoek. De bedrijven hebben hierop niet gereageerd of geweigerd om een overeenkomst met de BSB stichting te sluiten of na te komen. De provincie Noord-Holland heeft de bedrijven nogmaals schriftelijk benaderd. In de brief zijn de bedrijven gewezen op de verplichting om bodemonderzoek te doen en is de mogelijkheid aangeboden zich alsnog aan te sluiten bij de BSB-operatie. In sommige gevallen is er naast schriftelijk en telefonisch contact ook bedrijfsbezoek geweest. In alle gevallen zijn de bedrijven weigerachtig gebleven om het benodigd bodemonderzoek uit te voeren. Nu is voor de provincie het moment is om een aanwijzing op grond van het Besluit Verbond (het verplicht stellen van het bodemonderzoek) voor te bereiden en de bedrijven aan te schrijven.
Als het bedrijf binnen twee weken niet op de brief reageert en weigert om een verkennend bodemonderzoek uit te voeren, geeft de Provincie een aanwijzing. Als het bedrijf ook na de aanwijzing nalatig blijft, dwingt de provincie Noord-Holland het bodemonderzoek af via een dwangsom. (Bron: Prov. NH)