Business Nieuws : 07 April 2003 College Anna Paulowna wil studie naar geschiktheid Oostoever voor nat bedrijventerrein
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Anna Paulowna stemt in met het in regionaal verband verder ontwikkelen van plannen (businessplan) voor een nat bedrijventerrein van maximaal 40 ha op het bestaande industrieterrein Oostoever in de gemeente Den Helder of op een nog te ontwikkelen terrein op Kooypunt Zuidoost in de gemeente Anna Paulowna. Het college wil in overleg met de gemeente Den Helder en de Provincie laten onderzoeken of Oostoever in aan-merking komt voor een dergelijk terrein of dat een ander gebruik van Oostoever grotere maatschap-pe-lijke opbrengsten voor de regio kan genereren. Mocht Oostoever niet in aanmerking komen om 40 ha nat bedrijventerrein te huisvesten, dan zal het college de Raad voorstellen vanuit haar regionale verantwoordelijkheid mee te werken aan de vestiging van een dergelijk terrein op Kooypunt Zuidoost.
De vraagstelling
Het Regionaal Economisch Stimuleringsprogramma Kop & Munt komt naar aanleiding van de rapporten van de Grontmij (juni 2002) en Policy Research Corporation (november 2002) tot de slotsom dat er vanuit economische motieven op korte en middellange termijn behoefte bestaat aan een havengebonden bedrijventerrein van 40 ha, mogelijk uitgroeiend tot 90 ha op de langere termijn. Volgens Kop & Munt kan die behoefte uitsluitend worden gerealiseerd op de locatie Kooypunt Zuidoost in de gemeente Anna Paulowna.
De omvang van de behoefte
Op basis van het onderzoek van Policy Research concludeert het college van de gemeente Anna Paulowna dat het uitgeven van 40 ha havengebonden bedrijventerrein kan bijdragen aan het behoud en het verstevigen van de regionale eco-no-mische basis in de Kop van Noord-Holland. Dit wordt in belangrijke mate bepaald doordat de bestaande bedrijvigheid met een omvang van 15 ha niet langer in Den Helder kan worden geaccommo-deerd. Verondersteld wordt dat een aantal bedrijven met de bijbehorende werkgelegenheid bij onvoldoende geschikte vestigingsmogelijkheden in de Kop van Noord-Holland naar een andere provincie zal verhuizen.
Naar het oordeel van Policy Research is de verhouding overheidsinvestering / toegevoegde waarde voor het uitgeven van 40 ha bedrijventerrein realistisch en kan deze de vergelijking met het nationale gemid-del-de van investeringen in infrastructuur versus toegevoegde waarde in de Nederlandse economie doorstaan. Daarnaast merkt het onderzoek van Policy Research op dat de vraag of op de zeer lange termijn 90 ha kan worden gevuld nadere studie vergt.
De locatie
Policy Research concludeert dat het 40 ha havengebonden bedrijventerrein niet alleen in Kooypunt Zuidoost, maar ook op Oostoever gevonden kan worden. Kop & Munt oordeelt dat op basis van het huidige gebruik en de diverse regelingen ten aanzien van veiligheid en milieu het alternatief van Oostoever economisch niet realiseerbaar is en dat daarom uitsluitend Kooypunt Zuidoost resteert met als bijkomend voordeel dat een mogelijke uitbrei-ding op de zeer lange termijn mogelijk blijft.
De argumenten gewogen
Het is (ook) in het belang van de gemeente Anna Paulowna dat de regionale werkgelegenheid, bij een teruglopende economie, waar mogelijk gehandhaafd blijft en beter nog wordt versterkt. In dat licht ver-dient het streven om bedrijven die niet langer in Den Helder kunnen worden geaccommodeerd elders in de Noordkop blijvend te huisvesten op een nieuw te ontwikkelen nat bedrijventerrein ondersteuning, tenzij de positieve maatschappelijke effecten hiervan niet opwegen tegen de negatieve effecten als schade voor het milieu en de volksgezondheid.
Ten aanzien van de locatie noemt Kop & Munt drie argumenten om Oostoever niet in de beschouwingen op te nemen en te kiezen voor Kooypunt Zuidoost:
- huidig gebruik van de terreinen (NAM, marine) en regelingen als de PKB- Waddenzee;
- sanering van gronden gaat gepaard met onevenredig hoge kosten en is daarom economisch niet realiseerbaar;
- uitgroei naar 90 ha is niet mogelijk.
Het is evident dat bij elk gebruik van Oostoever de argumenten onder a en b een rol zullen spelen. Door-slaggevend kunnen zij pas zijn als een andere invulling wel mogelijk is binnen het huidige gebruik van de terreinen en de regelingen als de PKB. Dit geldt ook voor de inschatting dat de sanering van gronden economisch niet realiseerbaar is. Zo’n inschatting kan pas gemaakt worden als een alternatief in de beschouwingen wordt meegenomen en de (maatschappelijke) kosten en baten tegen een ontwikkeling als nat bedrijventerrein worden afgezet.
Gezien de onzekerheid rond de ontwikkeling van de economie en de ontwikkeling van de aard en de omvang van de bedrijvigheid in de Kop van Noord-Holland kan op dit moment een mogelijke doorgroei naar 90 ha niet doorslaggevend zijn in de locatiekeuze. Wie kan op dit moment voorspellen of de overslag van goederen blijvend kan concurreren of dat we naar een kenniseconomie toegroeien met een geringer beslag op (kade)ruimte?
Conclusie
Op korte termijn is het ontwikkelen van een nat bedrijventerrein van maximaal 40 ha in het belang van de regionale economie en werkgelegenheid. Voorrang moet daarbij worden gegeven aan het aanbieden van alternatieve locaties voor uit te plaatsen bedrijven vanuit Den Helder. In dat licht is een studie op zeer korte termijn naar het mogelijke gebruik van Oostoever gewenst. Tot die tijd is een oordeel over de ontwikkeling in Kooypunt Zuidoost in de gemeente Anna Paulowna prematuur. (Bron: Gemeente Anna Paulowna)
