Business Nieuws : 28 juli 2000 Fiscale uitweg voor rente-groeifondsen
Belastingdienst schept duidelijkheid
AMSTERDAM - Het ministerie van Financiën biedt banken de mogelijkheid hun rentegroeifondsen om te vormen in gewone beleggingsfondsen. Onder voorwaarden hoeven ze geen belasting te betalen over de reserves. Het ministerie van Financiën heef een fiscale overgangsregeling voor rente- en obligatiegroeifondsen getroffen. Hiermee komt het ministerie tegemoet aan banken die bang waren dat hun klanten vanwege de onzekerheid over de toekomstige fiscale status deze fondsen massaal de rug zouden toekeren.
Als fondsbeheerders hun fondsen voor het eind van het jaar 'fiscaal begeleid' omvormen, bijvoorbeeld door een fusie of samenvoeging met een bestaand obligatiefonds, hoeven ze geen vennootschapsbelasting te betalen over de waardestijging van het groeifonds. De voornaamste reden voor de statusverandering moet een soepele overgang zijn naar het nieuwe regime voor inkomstenbelasting.
Groeifondsen verliezen met de invoering van het nieuwe belastingregime in 2001 hun fiscale aantrekkelijkheid. Nederland telt circa dertig rentegroeifondsen waarin particulieren honderden miljoenen euro's hebben gestoken. Groeifondsen zijn in tegenstelling tot fiscale beleggingsfondsen 35% vennootschapsbelasting schuldig over hun inkomsten. De resterende renteinkomsten voegen ze toe aan het fondsvermogen. Op deze wijze ontvangt de particulier de rente in de vorm van onbelaste koerswinst. In het gunstigste geval is de belegger 35% in plaats van 60% kwijt over zijn rendement.
Met ingang van 1 januari volgend jaar verandert het fiscale voordeel van groeifondsen in een nadeel. Rente- en dividendinkomsten worden dan niet langer bij het inkomen opgeteld. Vermogen (Boven op een vrijstelling van ƒ 37.000 per persoon) valt in het nieuwe belastingregime onder box 3. Hierover is 1,2% belasting verschuldigd.
De eerste groeifondsen verschenen begin jaren tachtig. Banken ontwikkelden deze fondsen met het oog op het Nederlandse belastingstelsel dat nogal onbarmhartig is voor rente- en dividendinkomsten. De fondsen waren met name interessant voor (vermogende) particulieren die in de hoogste belastingschalen (50% en 6O%) vielen en hun rente- en dividendvrijstelling van ƒ 1000 per persoon per jaar hadden benut. Om rentebelasting te omzeilen keerden rentegroeifondsen geen dividend uit zoals de meeste beleggingsfondsen, zogeheten fiscale beleggingsfondsen.(FD)