Algemeen : 18 juli 2000 Uitzendwerk wordt vaker omgezet in vaste baan
AMSTERDAM - Het aantal zendkrachten dat een vaste baan vindt, neemt toe: van 33% in 1998 tot 36% in 1999. Omgerekend gaat het om 300.000 banen. De helft daarvan komt voor rekening van bedrijven die de uitzendkrachten eerder inhuurden, met name in de sectoren handel, horeca en industrie. Dat blijkt uit onderzoek van de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen). Niet meegenomen in het onderzoek zijn uitzendkrachten die door de wet Flexibiliteit en zekerheid in dienst van uitzendbureaus zelf komen. Een woordvoerder van de ABU stelt dat zo nog eens 15% van de uitzendkrachten een contract voor bepaalde (fase 3) of onbepaalde (fase 4) tijd heeft gekregen.
Het aantal 'bijzondere doelgroepen’ onder de uitzendkrachten neemt af. In 1999 behoorde 10% van de uitzendkrachten tot een etnische bevolkingsgroep; in 1997 was dit nog 13%. Er schrijven zich ook minder arbeidsgehandicapten en werklozen in. Het aantal oudere uitzendkrachten groeit wel. Samen vormen deze vier doelgroepen 25% van de totale uitzendpopulatie. Zij hopen vaker dan ‘gewone’ uitzendkrachten via uitzendwerk een vaste baan te vinden. In de praktijk slagen ze hier juist minder goed in (30% tegenover 36% gemiddeld). Van de vier groepen krijgen ouderen nog het vaakst vast werk boden.
Uit het onderzoek blijkt verder dat mensen vaker voor langere periodes worden uitgezonden en vaker binnen één sector werken. De uitzendmarkt ontwikkelt zich', aldus de ABU-woordvoerder. 'Uitzendbureaus specialiseren zich steeds vaker in één sector, zoals de metaalindustrie. Daarnaast worden steeds meer diensten aangeboden naast het 'snelle uitzenden', zoals interimen projectmanagement. Ook nemen uitzendbureaus vaker de personeelstaak van bedrijven over, wat tot langdurige detachering leidt.'(FD)