Algemeen : 6 juli 2001 Provincie eist grotere rol in ambulancezorg
Gedeputeerde Staten (GS) zijn het niet eens met het standpunt van Minister Borst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dat de dagelijkse ambulancezorg in de toekomst een zaak moet zijn tussen de ambulancediensten en verzekeraars. GS willen dat de overheid een belangrijke rol blijft spelen op het gebied van de ambulancezorg.
De minister heeft afgelopen vrijdag de Vaste Commissie voor VWS van de Tweede Kamer laten weten, dat zij kiest voor een model waarbij ambulancediensten en zorgverzekeraars onderling uitmaken hoe aan de vraag naar ambulancezorg wordt voldaan. Voor andere partijen, waarmee zij onder andere doelt op gemeenten en provincies, is in dat model geen rol meer weggelegd.
GS betreuren de opstelling van de minister. Burgers, waar ook in de provincie, hechten er belang aan, dat in geval van nood ambulances tijdig ter plaatse zijn. GS zijn van mening, dat het waarborgen van dit belang het beste kan gebeuren, wanneer de sturende rol voor een groot deel in handen ligt bij de overheid. De tijd van een terugtredende overheid op dit terrein is voorbij, de tijd van de optredende overheid is aangebroken, zo laat het rapport van de Commissie Alders zien. Het marktmodel, waar de minister voor kiest, biedt gelet op recente ervaringen met zorgverzekeraars onvoldoende vertrouwen, dat het publieke belang in dat model het zwaarst zal wegen. GS hebben overigens vastgesteld, dat een deel van de ambulancesector allerminst gelukkig is met de stellingname van de minister.
De Tweede Kamer zal zich naar verwachting na het zomerreces uitspreken over de opstelling van de minister. Op 3 oktober 2001 volgt behandeling van de ambulancezorg in de aste Kamercommissie van VWS. In afwachting daarvan zullen GS hun bestaande wettelijke taken blijven uitoefenen, maar terughoudend zijn met het nemen van nieuwe initiatieven. (Bron: Prov. NH)
